Omhoog
Aanmelden
 
Home
 
 
 
PROCEDURE BIJ KLACHTEN VAN SEKSUEEL MISBRUIK (t/m 31 oktober 2011, vanaf 1 november geldt de nieuwe procedure)
 
 
PREAMBULE
 
De diocesane bisschoppen van de R-K.Kerkprovincie van Nederland en de ordinarius van de Nederlandse Strijdkrachten en de Konferentie Nederlandse Religieuzen, overwegende,
 
- dat zij de gemeenschappelijke discipline van de gehele Kerk moeten bevorderen en daarom aandringen op het naleven van alle kerkelijke wetten;
- dat het tot hun taak behoort de aan hen toevertrouwde gemeenschappen met wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht te besturen,
- dat betrouwbare dienstverlening in de kerk gewaarborgd moet zijn,
- dat seksueel misbruik van personen ernstige schade berokkent aan de dienstverlening in de kerk,
- dat het wenselijk is klachten over seksueel misbruik door personen die werkzaam zijn in de RK Kerk op zorgvuldige en uniforme wijze en conform het kerkelijk recht te onderzoeken,
- dat rechten en belangen van klagers en van aangeklaagden met geëigende middelen beschermd moeten worden,
 
hebben besloten te wijzigen en vast te stellen de:
 
PROCEDURE BIJ KLACHTEN VAN SEKSUEEL MISBRUIK.
 
I BEGRIPPEN
 
Artikel 1 Algemeen
a. Instelling: de kerkelijke rechtspersoon Hulp en Recht.
b. Bisschop: de kerkelijke ambtsdrager, aan wie de zorg voor een bisdom is toevertrouwd en aan wie alle gewone, eigen en onmiddellijke macht toekomt, die voor de uitoefening van zijn herderlijke taak in het hem toevertrouwde bisdom vereist is, uitgezonderd zaken die door het recht of door een decreet van de Paus aan het hoogste of ander kerkelijk gezag voorbehouden zijn;
c. Militair ordinarius: de kerkelijke ambtsdrager, die als ordinarius van het Ordinariaat voor de Nederlandse Strijdkrachten is aangesteld;
d. Overste: degene die een religieus instituut of een sociëteit van apostolisch leven bestuurt of een provincie daarvan of een daaraan gelijkgesteld deel of een rechtens zelfstandig huis;
e. Bestuur: het bestuur van de instelling Hulp en Recht.
f. Meldpunt: het door de instelling ingerichte adres waar mensen zich toe kunnen wenden voor het doen van een melding, het indienen van een klacht of het inroepen van hulp. De meldpuntfunctionaris wordt door het bestuur aangesteld voor een periode van vier jaar en is terstond eenmaal herbenoembaar.
g. Vertrouwenspersoon: degene die aan een klager die dat wenst gedurende de procedure individuele hulp, geestelijke begeleiding en/of ondersteuning biedt. Vertrouwenspersonen worden door het bestuur aangesteld voor een periode van vier jaar. Zij zijn terstond eenmaal herbenoembaar.
h. Juridisch adviseur: degene die een klager die dat wenst begeleidt bij het voeren van een procedure in het kader van deze regeling. Juridische adviseurs worden door het bestuur aangesteld voor een periode van vier jaar. Zij zijn terstond eenmaal herbenoembaar.
i. Beoordelings- en adviescommissie (BAC): de commissie die klachten van seksueel misbruik onderzoekt, beoordeelt of sprake is van seksueel misbruik en aan de bisschop, militair ordinarius of overste advies uitbrengt overeenkomstig dit reglement.
j. Melding: een mededeling van seksueel misbruik bij het meldpunt, waaraan de melder verder geen formeel vervolg wil geven.
k. Klacht: een mededeling van seksueel misbruik bij het meldpunt, die door middel van het daartoe bestemde formulier wordt opgenomen als formeel verzoek tot het opstarten van de procedure overeenkomstig dit reglement.
 
2.1 Seksueel misbruik is iedere gedraging waarbij een ander onder dwang of in een afhankelijkheidssituatie seksuele handelingen moet uitvoeren of ondergaan, dan wel seksueel getinte toenaderingen of uitlatingen in welke vorm dan ook moet dulden, waardoor de geestelijke en/of lichamelijke integriteit wordt geschonden. Onder dwang kan onder meer begrepen worden: fysiek geweld of de dreiging daarmee, psychische druk, intimidatie en/of chantage.
2.2 In afwijking van het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland is in alle gevallen van vermeend seksueel misbruik de bisschop bevoegd handelend op te treden.
 
3.1 Degene die stelt slachtoffer te zijn van seksueel misbruik in een kerkelijke instelling van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland kan dit melden bij het gemeenschappelijke meldpunt van de instelling.
3.2 Het gemeenschappelijke meldpunt heeft tot taak met aandacht kennis te nemen van meldingen en, indien gewenst, te verwijzen naar een vertrouwenspersoon of een juridisch adviseur, ofwel anderszins behulpzaam te zijn bij het zoeken naar een passende vorm van hulpverlening voor klager en - indien deze dat wenst - voor aangeklaagde.
3.3 Ten aanzien van een melding wordt de grootst mogelijke geheimhouding betracht. Dit brengt met zich dat de bisschop, militair ordinarius of overste van meldingen niet op de hoogte worden gesteld, tenzij de meldpuntfunctionaris voldoende grond heeft om aan te nemen dat het om zodanig ernstige feiten gaat dat hiervan in het belang van anderen dan de melder zelf moet worden afgeweken. In dat geval legt de meldpuntfunctionaris de melding voor aan de voorzitter van de BAC. Onder de hier genoemde feiten vallen in elk geval die als bedoeld in de canones 1395.2 en 1397 CIC.
3.4 Of van een ernstig feit, als bedoeld in artikel 3.3 tweede zin, sprake is, wordt beoordeeld door de voorzitter van de BAC. In voorkomende gevallen stelt de voorzitter van de BAC de bisschop, militair ordinarius of overste op de hoogte, die vervolgens aan de BAC kan vragen een vooronderzoek in te stellen.
3.5 Indien de melder een nader onderzoek van de door hem of haar gemelde feiten wenst, dient hij of zij een klacht in conform hoofdstuk III van deze procedure. Van klachten wordt door de instelling altijd melding gemaakt bij de bisschop, militair ordinarius of overste.
3.6 Indien de bisschop, militair ordinarius of overste op grond van het bepaalde in canon 1717.1 CIC gehouden is een vooronderzoek te doen, draagt hij de voorzitter van de BAC op één of meer van de hierna te noemen gemachtigden een vooronderzoek te doen verrichten.
3.7 Tenminste drie leden van de BAC worden door de bisschoppen, militair ordinarius en oversten gemachtigd het vooronderzoek te verrichten met de bevoegdheden van een onderzoeksrechter als bedoeld in canon 1717.3 CIC. Deze leden, verder aangeduid als "gemachtigden", dienen deskundig te zijn op het gebied van het canoniek en/of burgerlijk en/of strafrecht.
 
II BEOORDELINGS- EN ADVIESCOMMISSIE (BAC)
 
Artikel 4 BAC
Ter beoordeling van klachten en ter advisering van de bisschop, de militaire ordinarius of overste is een Beoordelings- en Adviescommissie ingericht, verder BAC te noemen.
 
Artikel 5 Werkwijze
5.1 De bevoegdheden van de voorzitter van de BAC worden bij diens ontstentenis of belet waargenomen door de plaatsvervangend voorzitter.
5.2 De BAC vergadert zo dikwijls de voorzitter een vergadering bijeenroept. Hij is verplicht dit te doen wanneer tenminste drie leden dit verlangen.
5.3 De BAC neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen.
5.4 Voor de behandeling van en beslissing inzake klachten wordt de BAC verdeeld in kamers. Een kamer bestaat uit drie leden. De voorzitter stelt de kamer samen. De kamer wordt zo samengesteld, dat daarin in elk geval zitting heeft de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter. De besluitvorming geschiedt op dezelfde wijze als bedoeld in lid 3.
5.5 De kosten van de BAC worden gedragen door de instelling. Aan partijen worden geen griffie- of andere rechten in rekening gebracht.
5.6 De leden van de BAC ontvangen per zitting vacatiegeld volgens het vigerende Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, waarbij de voorzitter de vergoeding krijgt voor raadsheerplaatsvervanger en de overige leden van de BAC de vergoeding voor rechter-plaatsvervanger en een reiskostenvergoeding volgens de vigerende Regeling declaraties Reis- en verblijfkosten Kerkprovincie.
 
 
Artikel 6 Aanvang procedure
6.1 De procedure vangt aan met een klacht die wordt ingediend door degene die stelt dat hij of zij slachtoffer is van seksueel misbruik door een betaalde of onbetaalde functionaris in een kerkelijke instelling van de RK Kerk in Nederland, of door iemand die op basis van een zending van een bisschop, militair ordinarius of een overste in een burgerlijke instelling werkzaamheden verricht, verder te noemen: klager.
6.2 Onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel kunnen minderjarigen en zij die niet in staat zijn zelf hun rechten waar te nemen zich laten vertegenwoordigen door degenen die volgens het recht daartoe bevoegd zijn.
6.3 Van het indienen van een klacht wordt door de instelling binnen een week melding gedaan bij de bisschop, militair ordinarius of overste en aangeklaagde.
6.4 Indien klager dat wenst kan hij of zij bij het voorbereiden van een klacht, de indiening daarvan en/of tijdens de procedure bijgestaan worden door een juridisch adviseur van de instelling.
6.5 Lid 4 laat onverlet dat iedere betrokkene zich bij de schriftelijke en/ of mondelinge behandeling van een klacht kan laten bijstaan door een raadsman.
 
Artikel 7 Inhoud klaagschrift
7.1 De klager dient bij de voorzitter van de BAC een door hem, de juridisch adviseur of zijn raadsman ondertekend klaagschrift in. Bij het klaagschrift worden afschriften van de op de zaak betrekking hebbende stukken gevoegd. Het klaagschrift wordt toegezonden aan de aangeklaagde.
7.2 Het klaagschrift bevat tenminste:
a. de opgave van de naam, de voornamen en het adres van de klager;
b. de opgave van de naam en het adres van de aangeklaagde tegen wiens gedragingen de klacht is gericht;
c. een omschrijving van de klacht, de vordering en de gronden waarop deze berust.
7.3 Indien het klaagschrift niet voldoet aan de eisen gesteld in het eerste en tweede lid van dit artikel, wijst de voorzitter de klager op het gepleegde verzuim en nodigt hem dan wel haar uit om binnen veertien dagen het verzuim te herstellen.
7.4 Indien de voorgelegde zaak strafrechtelijk in onderzoek is genomen of een civiele procedure is gestart, neemt de BAC de klacht pas in behandeling nadat in de zaak onherroepelijk is beslist. In dat geval houdt de voorzitter de klacht aan. De secretaris stuurt per aangetekend schrijven een afschrift van deze beslissing aan de klager.
8.1 De voorzitter van de BAC kan na een summier onderzoek, zo nodig na de klager en de aangeklaagde te hebben gehoord, de klacht terstond bij met redenen omklede beslissing afwijzen indien hij van oordeel is dat deze kennelijk niet ontvankelijk, dan wel kennelijk ongegrond is, of van onvoldoende gewicht. Van de beslissing van de voorzitter zendt de secretaris direct een afschrift aan de klager en de aangeklaagde, alsmede aan de bisschop, militair ordinarius of overste.
8.2 Indien de voorzitter van de BAC van oordeel is dat een klacht vatbaar is voor informele klachtafhandeling, roept hij de klager en de aangeklaagde op teneinde een zodanige schikking te beproeven en wijst voor de feitelijke behandeling een van de leden van de BAC aan. Indien informele klachtafhandeling mogelijk blijkt, wordt deze op schrift gesteld en door de klager, de aangeklaagde en de voorzitter of het door hem aangewezen lid van de BAC ondertekent. Indien de klacht niet in der minne kan worden geschikt, stelt de BAC ingevolge de hierna genoemde procedure een onderzoek in.
8.3 Tegen de in lid 1 genoemde beslissing kan de klager schriftelijk verzet doen bij de BAC binnen veertien dagen na de datum van het bewijs van verzending van de aangetekende brief.
8.4 De BAC beslist met redenen omkleed binnen dertig dagen na ontvangst op het verzetschrift na de klager in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord. Tijd en plaats van het verhoor worden aan de klager minstens zeven dagen van te voren bericht. Deze is niet verplicht te verschijnen. Tegen de beslissing van de BAC staat geen beroep open.
8.5 Tenzij de behandeling, bedoeld in de voorgaande leden, ertoe leidt het klaagschrift niet in behandeling te nemen, zendt de voorzitter onmiddellijk na ontvangst van het klaagschrift een exemplaar daarvan, vergezeld van de in artikel 7, 1e lid genoemde afschriften aan de desbetreffende tegenpartij.
 
Artikel 9 Verweerschrift
9.1 Behoudens verlenging van de termijn door de voorzitter kan binnen zes weken na ontvangst van het door de voorzitter toegezonden klaagschrift en de daarbij behorende afschriften door de aangeklaagde een verweerschrift worden ingediend bij de voorzitter. Bij het verweerschrift voegt de aangeklaagde afschriften van de op de zaak betrekking hebbende stukken.
9.2 Na ontvangst van het verweerschrift zendt de voorzitter onverwijld een kopie daarvan, vergezeld van de daarbij behorende afschriften aan de klager.
 
Artikel 10 Vaststelling van de zittingsdag
10.1 De voorzitter wijst, na ontvangst van het in artikel 9 bedoelde verweerschrift, de leden van de kamer die de klacht behandelt aan.
10.2 De voorzitter bepaalt de dag en het uur, waarop de zaak in een zitting van de aangewezen kamer van de BAC zal worden behandeld.
10.3 Behoudens verlenging van de termijn door de voorzitter moet binnen negentig dagen na ontvangst van het klaagschrift of van het aangevulde klaagschrift de zaak in een zitting behandeld worden.
10.4 De voorzitter geeft tenminste twee weken vóór de zittingsdag aan beide partijen per aangetekende brief kennis van de plaats, de dag en het uur, waarop de zaak zal worden behandeld.
 
Artikel 11 Schriftelijke behandeling
Als partijen daarmee akkoord gaan kan de BAC de mondelinge behandeling van de klacht achterwege laten.
 
12.1 Op verzoek van de klager of de aangeklaagde kan elk van de leden van de BAC die een klacht behandelt worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
12.2 Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd en wordt gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. Tijdens de mondelinge behandeling kan het ook mondeling geschieden.
12.3 Alle feiten of omstandigheden moeten tegelijk worden voorgedragen.
12.4 Geschiedt het verzoek tijdens de mondelinge behandeling, dan wordt de behandeling geschorst.
12.5 Het verzoek tot wraking wordt zo spoedig mogelijk behandeld door een kamer van de BAC waarvan het lid dat het verzoek betreft geen deel uitmaakt. De kamer kan verzoeker alsook het lid horen.
12.6 De kamer beslist zo spoedig mogelijk. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de klager of de aangeklaagde die om wraking had verzocht, meegedeeld.
 
Artikel 13 Verschoning
13.1 Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 12 kan elk van de leden van de BAC die een klacht behandelt verzoeken zich te mogen verschonen.
13.2 Het verzoek geschiedt schriftelijk en is gemotiveerd. Tijdens de mondelinge behandeling kan het ook mondeling geschieden.
13.3 Geschiedt het verzoek tijdens de mondelinge behandeling, dan wordt deze geschorst.
13.4 Het verzoek om verschoning wordt zo spoedig mogelijk door een kamer van de BAC behandeld. Het lid dat het verzoek betreft maakt daarvan geen deel uit. De kamer kan verzoeker alsook het lid horen.
13.5 De kamer beslist zo spoedig mogelijk. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de klager, de aangeklaagde en het lid van de BAC dat om verschoning had verzocht meegedeeld.
 
Artikel 14 Horen van getuigen en deskundigen door de BAC
Indien de BAC zulks ter beslissing van de zaak nodig acht, kunnen, al dan niet op grond van een daartoe strekkend verzoek van een of meer partijen, getuigen en deskundigen ter zitting gehoord worden. Indien de BAC van deze bevoegdheid gebruik maakt, doet de voorzitter hiervan mededeling aan partijen.
 
Artikel 15 De zitting
15.1 Een zitting van de BAC vindt achter gesloten deuren plaats.
15.2 Van alle op de zaak betrekking hebbende stukken die na het indienen van het klaagschrift door de BAC worden ontvangen, wordt een afschrift aan de wederpartij gezonden.
15.3 Tijdens de zitting wordt aan partijen de gelegenheid gegeven:
a. haar belangen voor te dragen of te doen voordragen;
b. getuigen en deskundigen te doen horen, voor zover als de BAC dat nodig acht.
15.4 Op verzoek van de klager of de aangeklaagde, of ambtshalve, kan de BAC bepalen dat een klager buiten tegenwoordigheid van de aangeklaagde door haar wordt gehoord.
 
Artikel 16 Advies
16.1 Binnen zes weken na de zitting, waarop de klacht is behandeld, stelt de BAC ter afhandeling van het klaagschrift een schriftelijk en met redenen omkleed advies op ten behoeve van de bisschop, militair ordinarius of overste. Overschrijding van deze termijn is eenmaal toegestaan met een termijn van zes weken. De beslissing tot verlenging van de termijn wordt schriftelijk aan partijen meegedeeld.
16.2 Het advies, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld in een voltallige vergadering van de aangewezen kamer van de BAC. De BAC baseert zich op het klaagschrift en het verweerschrift, de daarbij behorende afschriften en op hetgeen de partijen op de zitting ter toelichting hebben aangedragen.
16.3 Het advies bevat in elk geval een korte samenvatting van de feiten en een gemotiveerde beoordeling daarvan.
16.4 Het advies wordt door de voorzitter binnen twee weken nadat het is vastgesteld bij aangetekend schrijven aan de bisschop, militair ordinarius of overste en aan partijen gezonden.
 
 
Artikel 17
17.1 Indien het advies van de BAC inhoudt dat de klacht gegrond is kan zij, afhankelijk van de ernst van de feiten, met inachtneming van alle omstandigheden en in overeenstemming met het Wetboek van Kerkelijk recht, aan de bisschop, militair ordinarius of overste adviseren:
a. de aangeklaagde te waarschuwen, te vermanen of te berispen;
b. een bestuurlijke maatregel te nemen;
c. een kerkrechtelijk proces in de zin van de canones 1717-1731 CIC aan te spannen;
d. nadere maatregelen te nemen om seksueel misbruik door aangeklaagde te voorkomen;
17.2 Indien het advies van de BAC inhoudt dat de klacht ongegrond is, kan zij aan de bisschop, militair ordinarius of overste adviseren inzake de te nemen maatregelen om aangeklaagde met inachtneming van de omstandigheden volledig in zijn/haar recht te doen herstellen.
 
Artikel 18 Afronding van de procedure
18.1 Binnen dertig dagen nadat de bisschop, militair ordinarius of overste het advies van de BAC heeft ontvangen stelt hij de klager en de aangeklaagde schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van de beslissing die hij naar aanleiding daarvan heeft genomen. De ordinarius stelt de aangeklaagde in de gelegenheid te worden gehoord voorafgaand aan de door hem te nemen maatregel.
18.2 Bij zijn beslissing geeft de bisschop, militair ordinarius of overste aan welke mogelijkheden van bezwaar of beroep conform de canones 1733-1739 CIC tegen deze beslissing mogelijk zijn.
18.3 De BAC ontvangt een afschrift van de beslissing als genoemd in lid 1.
 
IV SLOTBEPALINGEN
 
Artikel 19 Geheimhouding en dossierbeheer
19.1 De bij de procedure betrokken personen nemen vertrouwelijkheid in acht en houden zich aan de wettelijke regels van privacy, die in het bijzonder inhouden dat geen feitelijke gegevens, omstandigheden of andere informatie met betrekking tot een concrete zaak aan derden worden verstrekt.
19.2 Na afronding van een procedure worden de daarop betrekking hebbende stukken vernietigd zodra de termijn voor bezwaar en/of beroep is verstreken, met uitzondering van: het advies en de daarbij gevoegde bijlagen.
19.3 De instelling behoudt zich het recht voor om – ten behoeve van onderzoek, advies en ter verantwoording van haar activiteiten – feiten en gegevens bekend te maken zonder dat daarbij persoonsgegevens bekend worden gemaakt.
19.4 Indien klager een verzoek tot schadevergoeding heeft gedaan, wordt het advies en – voor zover nodig - de daarbij gevoegde bijlagen, nadat daaruit de persoonsgegevens zijn verwijderd, door de bisschop, militair ordinarius of overste overhandigd aan een onafhankelijke externe commissie ter bepaling van de hoogte van die vergoeding.
 
Artikel 20 Wijziging procedure
Op voorstel van het bestuur kunnen de bisschoppen en de KNR deze procedure wijzigen.
 
Artikel 21 Onvoorzien
In gevallen, bij deze procedure niet voorzien, beslist het bestuur, gehoord de BAC of, indien nodig in dringende gevallen, de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de BAC.
 
Artikel 22 Overgangsbepaling
22.1 Deze procedure vervangt de procedure van 1 maart 2002 en treedt in werking op 1 januari 2008.
22.2 Voor zaken die vóór de datum van inwerkingtreding van deze procedure in behandeling zijn genomen door de BAC blijft de procedure van kracht die gold op de datum van indiening van het klaagschrift.
 
Aldus vastgesteld op 9 oktober 2007 te Utrecht,
door
 
de diocesane bisschoppen en de ordinarius van de Nederlandse strijdkrachten,
in vergadering bijeen,
voor deze,
 
Adrianus Kardinaal Simonis,
voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie,
 
gehoord hebbende de Konferentie Nederlandse Religieuzen,
voor deze
 
Pater M. Timmermans o.carm.,
voorzitter van de Konferentie Nederlandse Religieuzen