Werkwijze Compensatiecommissie

De Compensatiecommissie neemt uw aanvraag in behandeling na ontvangst van een volledig ingevuld aanvraagformulier. Daarbij dient u bewijsmiddelen mee te sturen, zoals in de procedure voorgeschreven. Zie ook het document Toelichting aanvraagformulier en werkwijze compensatiecommissie.

Voor een goed begrip: de compensatie is een tegemoetkoming naar billijkheid voor de schade door het seksueel misbruik. In een aantal gevallen zal de compensatie de schade dekken, in een aantal gevallen niet. Dat komt omdat gewerkt wordt met vaste bedragen of bedragen binnen een zekere marge die voor groepen slachtoffers gelijk zijn.

Bewijs van seksueel misbruik

  • U dient schriftelijke stukken over te leggen dat u seksueel misbruikt bent. Kort samengevat kan dat zijn:
  • het schriftelijk advies van de Klachtencommissie, of als het zaken van vóór 2011 betreft, van de Beoordelings- en Advies Commissie, BAC (de voorganger van de Klachtencommissie onder de voormalige kerkelijke instelling Hulp en Recht)
  • een in Nederland gewezen strafvonnis
  • een vonnis van een Nederlandse burgerlijke rechter (geen kort geding en ook geen deelgeschil)
  • een door de aanvrager en de dader of diens R.K.-instelling gesloten overeenkomst of
  • een schriftelijke erkenning door de dader

Andere stukken of verklaringen, brieven en dergelijke kan de Compensatiecommissie niet als bewijsstuk hanteren. Indien u onvoldoende informatie heeft gestuurd dan kan de commissie  nadere informatie inwinnen. Uw aanvraag wordt in beginsel schriftelijk behandeld (compensatieregeling artikel 23). Een mondelinge behandeling vindt slechts bij hoge uitzondering plaats.

Behandeling en beoordeling

Uw aanvraag voor compensatie wordt door 3 leden van de commissie behandeld, personen zonder bestuurlijke verbinding met R.-K. instellingen in Nederland.

Bij de beoordeling gaat de commissie uit van 5 zwaartecategorieën (artikel 5 van de compensatieregeling):

  1. in geval van seksueel getinte handelingen of uitlatingen waardoor de lichamelijke of geestelijke integriteit werd geschonden, anders dan handelingen bedoeld in de hierna volgende categorieën: compensatie tot € 5.000
  2. in geval van betasting van intieme delen: compensatie van € 7.500
  3. in geval van een langere periode van betasting van intieme delen, afhankelijk van frequentie, zwaarte en bijkomende omstandigheden: compensatie tussen € 10.000 en € 20.000
  4. in geval van eenmalige tot enkele malen verkrachting: compensatie van € 25.000
  5. in uitzonderlijke gevallen van seksueel misbruik of in gevallen bedoeld in categorieën 3 en 4 waarin de vermogensschade van de aanvrager door het seksueel misbruik substantieel is en het causaal verband tussen het seksueel misbruik en die schade niet aan gerede twijfel onderhevig is: compensatie tot een maximum van € 100.000. 

De compensatie binnen categorieën 1 tot en met 4 heeft het gemengde karakter van smartengeld en vergoeding voor uitgaven in verband met het seksueel misbruik, zoals therapiekosten of reiskosten. Binnen deze categorieën behoeft bewijs van schade niet te worden overgelegd.

Categorie 3 en 4

Valt het misbruik onder de categorieën 3 en 4 dan is ook een vergoeding voor vermogensschade mogelijk. Indien een aanvrager van compensatie van mening is dat hij/zij daarvoor in aanmerking komt, zal op dat punt bij het antwoord op vraag 14, de nodige informatie moeten worden gegeven.
De toelichting bij de compensatieregeling geeft aan dat er voor een vermogensschade ten aanzien van misbruik dat valt in de categorieën 3 en 4 sprake moet zijn van een substantiële schade. Tevens moet worden aangegeven dat het seksueel misbruik in de categorieën 3 en 4 ‘zonder gerede twijfel’ de oorzaak is geweest van die vermogensschade (met name door het niet of slechts gedeeltelijk kunnen werken ten gevolge van het misbruik). 

Het kan zijn dat een aanvrager met betrekking tot de omvang van de schade en het oorzakelijk verband met het seksueel misbruik  niet meer stukken of andere stukken aan de commissie wil of kan overleggen dan hij of zij aan de Klachtencommissie heeft gedaan. In dat geval kan worden volstaan met verwijzing naar die stukken in antwoord op vraag 14.

Categorie 5

De compensatie binnen categorie 5 heeft het gemengde karakter van smartengeld, vergoeding voor daadwerkelijke uitgaven en vergoeding voor eventueel verlies aan arbeidsvermogen als gevolg van het seksueel misbruik. Binnen deze categorie kan bewijs van schade wel nodig zijn, waarbij het oorzakelijk verband tussen de geleden vermogensschade en het seksueel misbruik moet worden aangetoond.


Valt het seksueel misbruik in de categorie Uitzonderlijk Geval als bedoeld in artikel 5 lid 5 van de compensatieregeling, dan is er voor de Compensatiecommissie meer ruimte een hogere compensatie toe te kennen. Met name het oorzakelijk verband tussen misbruik en schade ‘zonder gerede twijfel’ geldt dan niet.

Toetsing

De commissie heeft na de oprichting eind 2011 ruim tijd besteed hoe bepaald moet worden in welke van de 5 categorieën van de compensatieregeling slachtoffers zouden moeten vallen. Dit om zoveel mogelijk gelijke gevallen op een gelijke manier te behandelen.
Aan de hand van een groot aantal zaken dat de commissie sinds januari 2012 heeft behandeld, hanteert de commissie onder meer de navolgende factoren bij de beantwoording van de vraag of er in het betreffende geval sprake is van uitzonderlijk misbruik:

  1. leeftijd
  2. aard/ernst misbruik
  3. duur misbruik
  4. meerdere personen
  5. stelselmatig/frequent
  6. verhoogde kwetsbaarheid
  7. wetenschap eerder misbruik
  8. fysiek geweld
  9. chantage/psychische dwang
  10. (blijvend) lichamelijk letsel
  11. overig

Meer daders

Is een slachtoffer door meer daders seksueel misbruikt of zijn er meer instellingen bij betrokken geweest, dan is er toch maar één aanspraak op compensatie. Door meer aanspraken zou immers het maximum bedrag dat binnen een categorie toewijsbaar is, kunnen worden overschreden. Het slachtoffer zou dus uitsluitend op grond van het feit dat er sprake is van meer daders een veel hoger bedrag krijgen dan iemand die met één dader te maken heeft gehad. Wel is het zo, dat bij de beoordeling binnen een categorie en ook binnen categorie 5, het mede van belang is of er één of meer daders zijn.

Bindend advies

De uitspraak van de commissie geldt als bindend advies voor de betrokken kerkelijke instelling zonder dat de gerechtigde, in casu het slachtoffer, finale kwijting verleent. Tegen de uitspraak is door geen van de partijen beroep mogelijk bij de commissie. Binnen zes weken na uitspraak vindt betaling plaats aan het slachtoffer door de betrokken kerkelijke instelling. Over de fiscale aspecten van de compensatie heeft het ministerie van Financiën speciale regelingen getroffen.

Heeft u nog vragen, kijk dan onder veel gestelde vragen of stel een vraag .